Overheid, burger en digitaal onvermogen
Op 18 april 2017 stuurde minister Plasterk de nota ‘Maak Waar!’ van de studiegroep Informatiesamenleving en Overheid naar de Tweede Kamer. Het rapport ademt ambities, realiteitszin en een zelfbewuste houding vanuit het publieke domein.
Twee citaten:
“Digitalisering van de overheid vergt een radicale omkering van houding. Digitale toepassingen zijn per definitie nooit af, het principe first time right moet overboord. Digitaal is ‘permanent bèta’, iteratief, experimenteren moet, en fouten zijn een opmaat naar een volgende release. Innoveren vervangt ‘planning en control’. Ten volle moet recht worden gedaan aan uitvoerbaarheid en aan uitvoeringsorganisaties.
….
De overheid neemt leiding in ontwikkeling en beheer van de eigen ICT. De voorwaarden daartoe zullen op orde moeten worden gebracht. Investeren in kennis: niet alleen techniek, ook verbinding van beleid en uitvoering, ook professioneel opdrachtgeverschap, ruimte door mandaat aan deskundigen en voortrekkers. Een omvangrijke personele transformatie: durven te reduceren in personeel om ruimte te maken voor fors meer en nieuw digitaal talent van werkvloer tot en met de top.”
Het rapport schetst de contouren van een nieuwe overheid. Tekenend is het overboord zetten van het principe ‘first time right’. Dit lijkt te gaan over de bedrijfsvoering van de overheid, maar gaat veel dieper. De invloed op ambtelijke cultuur en op de verhoudingen tussen overheid en burger is fundamenteel. De schets voor de toekomst gaat uit van een experimenterende en innoverende overheid en dus per definitie over het aanvaarden van foutenkansen; de rechtsverhoudingen tussen overheid en burger veranderen dienovereenkomstig. 100% zekerheid staat niet meer voorop en daar zullen zowel overheid als burgers blijkbaar aan moeten wennen. Denk in dit verband eens aan het persoonsgebonden budget. De Tweede Kamer en het land zijn nu te klein wanneer een fout wordt gemaakt. In de toekomst zouden we dergelijke fouten moeten zien als consequentie van een nieuwe digitale aanpak. Waar de overheid spreekt over een ‘lerende overheid’ zal de betrokken burger vinden dat hij niet krijgt wat hem toekomt en de betalende burger zal het voelen als een verspillende overheid. Een lerende overheid staat op gespannen voet met rechtsgevoelens.
Kansloze zaak
Naast deze principiële punten zijn er tal van praktische vragen aan de orde. In het rapport wordt geconstateerd dat een groot deel van de burgers (ongeveer 2,5 miljoen) in taal- en rekenvaardigheid tekort schiet om in een digitale omgeving met de overheid te kunnen communiceren. Leg aan hen maar eens het verschil tussen een lerende en een falende overheid uit. Een kansloze zaak.
Artikel 1 van onze grondwet 'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'
‘Op welke grond dan ook’ zou ik in dit verband invullen met ‘digitaal onvermogen van overheid dan wel burger’
Waarschijnlijk zit er voor de overheid maar een ding op, en dat is versneld leren en ontwikkelen waardoor het rechtsgevoel in de samenleving niet wordt ondermijnd door digitale onkunde van overheid en burger.
Haal uw master bij de beste academische masteropleider van Nederland!
In de Master of Public Management & Non-Profit Management reiken we u nieuwe kennis en nieuwe, concrete vaardigheden aan. U ontwikkelt een visie op de uitdagingen van uw organisatie vanuit meerdere invalshoeken. En u leert deze uitdagingen te beoordelen en aan te pakken vanuit de opgedane kennis.
Lees meer over deze Master