Publiek Management & Non-Profit

Ambtenaren gaan weer voorzichtig aan de studie

Door Theo Camps | 27 juni 2017 | 2 min lezen

Opleidingsinstituten zien de laatste tijd meer mensen uit de publieke sector binnenkomen. De cursisten zijn grofweg in drie categorieën in te delen. De jonge ambtenaar die aan zijn competenties wil werken, de vijftiger die zich opnieuw wil uitvinden en de topmanager in het hoogste segment. Deze laatste groep ‘studenten’ heeft echter een bijzondere motivatie. Door de Wet Normering Topinkomens (WNT) kunnen ze in salaris niet meer omhoog. Ter compensatie bedingen ze opleidingen.

Goed nieuws: ambtenaren willen zich graag blijven ontwikkelen blijkt uit onderzoek. Maar dan moet de baas wel meewerken. Ze bieden het namelijk zelden uit zichzelf aan. In 2015 maakte volgens vakbond FNV slechts 3 procent van de ambtenaren gebruik van de collectieve arbeidsvoorwaarde om zich te laten bij- of omscholen. En dat terwijl leren tijdens het werk zo belangrijk is, vindt ook de vakbond. ‘Ambtenaren hebben nieuwe kennis en competenties nodig om de nieuwe taken en de nieuwe rol als gemeente goed te kunnen oppakken en uitvoeren. Omscholing zou juist nu moeten gebeuren,’ aldus een FNV-woordvoerder.

Ontwikkeling belangrijkste
Maar daar schort het in de praktijk dus nog wel eens aan, blijkt ook uit onderzoek van een groep jonge ambtenaren bij het Rijk. Die hield vorig jaar een enquête uit onder 8500 collega’s over secundaire en tertiaire voorwaarden. In hun rapport genaamd ‘Dé ambtenaar bestaat niet’ blijkt inderdaad dat persoonlijke ontwikkeling een van de belangrijkste drijfveren is van ambtenaren. Onder ambtenaren tot 45 is dit zelfs hét belangrijkste aspect van een baan naast het inkomen. Toch zijn niet alle ambtenaren tevreden over de manier waarop de werkgever met hun wensen omgaat. Een anonieme jonge ambtenaar zegt in het rapport hierover: ‘Ik merk dat, ondanks dat de overheid persoonlijke ontwikkeling wil stimuleren, het management in de praktijk erg terughoudend is met het toekennen van workshops, cursussen en opleidingen. Zelfs wanneer er bepaalde cursussen het teambudget niet raakt. Hier moet verandering in komen’. 

Gemiddelde leeftijd
Logisch dus dat er weer meer aandacht komt voor de ontwikkeling van het belangrijkste en duurste kapitaal dat organisaties in huis hebben: de werknemer. Maar die werknemer moet steeds langer doorwerken. Bovendien schiet de gemiddelde leeftijd van de ambtenaar omhoog. Was dat in 2010 nog gemiddeld 45,8 jaar, in 2014 steeg het naar 48,1 jaar. Als deze trend zo doorzet, dan passeert de gemiddelde leeftijd nog voor 2020 de grens van 50 jaar.

Opnieuw uitvinden
Voor de vijftigers is het dus allerminst een kwestie van afbouwen. ‘Door het opschuiven van de pensioenleeftijd moet iedereen zich in zijn carrière een paar keer opnieuw uitvinden’, bevestigt hoogleraar Organisatiekunde en Bestuurskunde Theo Camps van TIAS. ‘Er is weer duidelijk een aantrekkende vraag in vergelijking met de afgelopen jaren toen er een economische crisis was’,  vertelt Camps. ‘Overheidsorganisaties hebben er meer budget voor en tegelijkertijd zien we ook een inhaalvraag, dat is gebruikelijk na zo’n crisis’, legt hij uit. 

In plaats van salarisverhoging
Maar de hoogleraar ziet dat er ook een nieuwe groep cursisten is ontstaan, gedreven door een nieuw fenomeen. ‘De aanscherping van de Wet Normering Topinkomens heeft een nieuwe categorie studenten gecreëerd, namelijk de managers uit het hogere segment die aan het maximum zitten van hun salaris,’ legt hij uit. ‘Omdat ze niet meer in inkomen kunnen stijgen, krijgen of bedingen ze compensatie in de vorm van opleidingen. Een goede zaak volgens mij, want je krijgt er uiteindelijk een betere leiding door’, aldus Camps. 

Gemengd profiel

De ambtenaar van de toekomst wordt vaak geschetst alsof hij alleen over universele vaardigheden zou moeten beschikken. Competenties als ondernemingszin, innovatieve- en communicatieve skills zouden superieur zijn aan de vakinhoudelijke kennis. Maar die tendens ziet TIAS niet terug in de vraag van cursisten. Integendeel is de ervaring van professor Camps. ‘Inhoud doet er juist weer toe, simpelweg inhoudelijke kennis van de materie is weer belangrijk. Overigens wel vaak in combinatie met gedegen management- en leidinggevende kwaliteiten en vaardigheden. De trend is duidelijk het gemengde profiel’, verduidelijkt hij. 'Bij een opleiding als de Master of Public Management (MPM) komt dat aan bod.' 

Maak kennis met de Master of Public Management & Non-Profit Management (MPM)

Als manager of leidinggevende bij de overheid, in de publieke sector of de non-profitsector krijgt u steeds meer te maken met samenwerkingsverbanden met andere organisaties binnen en buiten het publieke domein. Dat vraagt veel van uw management- en leiderschapsvaardigheden. Daarom bieden wij de Master of Public Management & Non-Profit Management aan, een academische masteropleiding voor Leiderschap en Management in het publieke domein.

Lees meer over deze Master

Groeien met uitdagend onderwijs bij TIAS: een top-ranked business school

Je wilt je blijven ontwikkelen om impact te creëren en te anticiperen op de snel veranderende wereld. Een programma volgen bij TIAS School for Business and Society betekent dat je het maximale uit jezelf en je beschikbare uren haalt.

Onze visie op leren

Brochure TIAS School for Business & Society

Meer lezen over TIAS School for Business & Society? Bekijk onze brochure.