Kans voor groener Europees energiebeleid
22 oktober 2014 | 3 min lezen
De neuzen van de nieuwe voorzitters van de Europese Commissie en van de Europese Raad staan dezelfde kant op wat betreft energievoorziening en klimaatbeleid. Dit creëert een unieke kans op de Europese klimaat- en energietop later deze week, stellen Ruud Lubbers en Paul van Seters op Mejudice. Dit betekent: meer hernieuwbare energie, meer schaliegas en minder kolen.
Klimaat en energie hoog op de Europese agenda
Donderdag 23 en vrijdag 24 oktober aanstaande neemt de Europese Raad een definitief besluit over het nieuwe beleidskader voor klimaat en energie. Dit beleidskader is gebaseerd op een drievoudige aanpak van energiezekerheid, groene groei en klimaatverandering. In de conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad in juni is in dit verband zelfs voor het eerst officieel gesproken over de oprichting van een Europese Energie Unie. Maar dat was slechts het begin.
De benoeming van Jean-Claude Juncker tot nieuwe voorzitter van de Europese Commissie en van Donald Tusk tot nieuwe voorzitter van de Europese Raad zullen volgend jaar positieve gevolgen hebben voor het klimaat- en energiebeleid van de EU. Juncker en Tusk hebben onlangs hierover uitgesproken opvattingen geventileerd. De afgelopen jaren ging het steeds om het Plan Van Rompuy om de Monetaire Unie, de euro dus, te redden. Nu zal voorop staan de Europese Energie Unie van Juncker en Tusk.
Op 15 juli publiceerde Juncker een lijst van tien beleidsterreinen als agenda voor de volgende Commissie. Op deze agenda staan klimaat en energie als nummer drie, na banengroei en de digitale interne markt. Juncker schrijft dat het zijn ambitie is om een “veerkrachtige Energie Unie te creëren met een op de toekomst gericht beleid voor klimaatverandering”. Hij verwijst naar de gebruikelijke ideeën over energiebeleid: poolen van middelen, combineren van infrastructuur, versterken van onderhandelingsmacht tegenover derde landen, diversificatie van bronnen, verminderen van afhankelijkheid, en verhogen van efficiëntie (significant meer dan de 2020 doelstelling).
Maar in dit verband benadrukt Juncker vooral de noodzaak om het aandeel van hernieuwbare energie te vergroten. Voor hem zitten er twee kanten aan deze medaille: hernieuwbare energie is een kwestie van verantwoord klimaatveranderingsbeleid maar ook van industriebeleid, althans wanneer wij op de middellange termijn willen beschikken over betaalbare energie. Daarom “gelooft hij sterk in de kansen van groene groei”. Hij wil zelfs dat de nieuwe Energie Unie “de nummer één van de wereld wordt in hernieuwbare energie”.
Europese Energie Unie
Ook met betrekking tot klimaatverandering toont Juncker zich ambitieus: “Ik wil dat de Europese Unie het gevecht tegen de opwarming van de aarde leidt met het oog op de VN-klimaattop in Parijs in 2015 en daarna, overeenkomstig de doelstelling om de temperatuurstijging te beperken tot twee graden Celsius boven het pre-industriële niveau.” Maar Juncker neemt niet alleen sterke standpunten in over energie, groene groei en klimaat: hij benadrukt vooral de onderlinge verbondenheid van deze drie onderwerpen.
De ideeën van Donald Tusk over een Energie Unie hebben een andere achtergrond dan die van Juncker, maar zijn niet minder stevig. In april schreef Tusk, premier van Polen sinds 2007, een stuk in de Financial Times waarin hij pleit voor een Energie Unie die erop moet zijn gericht de Russische overheersing van de Europese energiemarkten te verminderen. Tusk formuleert zes beginselen om dit te realiseren. Gegeven de extreme afhankelijkheid van Polen van Russisch gas, kan het niet verbazen dat deze beginselen primair te maken hebben met energiezekerheid. Maar nu blijkt dat die beginselen, bijna een op een, deel uitmaken van Junckers agenda, kunnen Tusk en Juncker hun niet onaanzienlijke krachten bundelen voor de totstandkoming van een Europese Energie Unie.
Tegelijkertijd wil Tusk haast maken met de exploratie en exploitatie van schaliegas in Polen, dat beschikt over de grootste schaliegasreserves in Europa. Op die manier kan hij het gebruik van kolen en de uitstoot van broeikasgassen reduceren—precies zoals de Amerikanen gedaan hebben. Groenere en goedkopere energie zullen ook bijdragen aan het concurrentievermogen van Europa. Voor Tusk loopt de Energie Unie op twee benen: hernieuwbare energie waar mogelijk; maar meer schaliegas en minder kolen.
Tusk is overigens niet de eerste prominente Poolse leider die wijst op de noodzaak van een Europese Energie Unie. Jerzy Buzek, voormalig premier van Polen (1997–2001) en voormalig voorzitter van het Europese Parlement (2009–2012), riep al in 2010 op tot de oprichting van een Europese Energie Gemeenschap samen met Jacques Delors, voormalig voorzitter van de Europese Commissie (1985–1995). Hoofddoel was om Europa een sterker, dieper, gemeenschappelijk energiebeleid te geven. Ook Buzek en Delors bleken voorstanders om energiebeleid te koppelen aan duurzame groei en klimaatverandering: “Een energiebeleid dat garandeert dat energie beschikbaar blijft tegen redelijke en stabiele prijzen, dat onze concurrentiepositie handhaaft, en dat duurzame ontwikkeling en de transitie naar een koolstofarme samenleving bevordert.”
Wij zijn van mening dat de Europese Raad op 23–24 oktober de ideeën van Buzek, Delors, Tusk, Juncker en anderen moet onderschrijven en de Energie Unie een drievoudig mandaat moet geven voor energie, groene groei en klimaatverandering. Eurokritiek en eurocepsis gaan te gemakkelijk voorbij aan de bijzondere kansen die hier liggen. Na het Plan Van Rompuy hebben we een Plan Juncker–Tusk nodig; een nieuw Marshall Plan voor banen in Europa door middel van groene groei en energiezekerheid, waar ook het klimaat beter van wordt!