Control in een verandering van tijdperk
Het is denk ik goed om ons te realiseren dat veel principes die we momenteel erkennen als ’good governance’ voort te komen uit de waarden van de industriële revolutie en niet meer passen in dit tijdperk, schrijft Arco van de Ven in deze column.
Beeld: © Nationale Beeldbank
We leven niet in een tijdperk van verandering, maar er is sprake van verandering van tijdperk. Deze overtuiging zet Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde, op overtuigende wijze uiteen in zijn boek 'Verandering van tijdperk - Nederland kantelt'. Een verandering van tijdperk, zoals bij de industriële revolutie in de tweede helft van de negentiende eeuw, kenmerkt zich volgens Rotmans door transities op uiteenlopende terreinen. Hij onderkent in onze huidige samenleving drie kantelpunten.
Ten eerste verandert de maatschappelijke orde. De samenleving transformeert van een centraal, hiërarchisch aangestuurde samenleving naar een horizontale, decentraal en bottom-up werkend geheel. De veranderende economische structuur is het tweede kantelpunt. Daar waar grote, bureaucratische organisaties in het verleden nodig waren om producten goedkoop te produceren, is het in de nieuwe, digitale economie mogelijk om, decentraal op kleinschalig niveau met bijvoorbeeld behulp van 3D-printers, producten en diensten te ontwikkelen. Verandering van machtsverhoudingen is het laatste kantelpunt. Waar vroeger politieke invloed en schaalvoordelen de toegang tot hulpbronnen bepaalden, is de toegang tot kennis en informatie nu ook buiten politieke en maatschappelijke instituten bereikbaar.
Overgangsperiode
Nederland bevindt zich volgens Rotmans dus momenteel in een overgangsperiode van de oude orde naar een maatschappelijke ordening waar horizontale en decentrale verbanden, zoals lokale gemeenschappen, virtuele en fysieke netwerken de dienst gaan uitmaken. Dit betekent volgens hem dat vertegenwoordigende organen, zoals vakbonden en milieuclubs, de op oude zuilen gebaseerde katholieke, protestantse en liberale politieke partijen en ook de tv-omroepen langzaam aan macht zullen inboeten en gaan verdwijnen.
Tot zo verre Rotmans. Of het een verandering van tijdperk is, time will tell. Maar de door hem gesignaleerde trends zijn heel herkenbaar. Wat betekent een dergelijke verandering nu voor de governance en control van organisaties? Het is denk ik goed om ons te realiseren dat veel principes die we momenteel erkennen als ’good governance’ voort te komen uit de waarden van de industriële revolutie. Bij het inrichten van organisaties is het gewoon te denken in termen van specialisatie van taken en bevoegdheden, het standaardiseren van activiteiten, beloningssystemen, vertegenwoordiging van belangengroepen en het in control krijgen op basis van systemen, structuren en controles. Bij een hoge mate van voorspelbaarheid zoals in de oude orde, zijn dit op zich prima mechanismen om hoge kwaliteit producten en diensten centraal te vervaardigen. Maar in de door Rotmans voorgestelde nieuwe orde volstrekt onvoldoende.
Mens weer centraal
In de nieuwe orde komt de mens weer centraal te staan. Niet het rendement maar de kwaliteit moet bepalen hoe en met wie activiteiten worden verricht. Het in control zijn hangt dan niet zozeer af van de aanwezigheid van handboeken, controles, kwaliteitsafdelingen, gedetailleerde afdelingsplannen en budgetten, maar van de aanwezigheid van randvoorwaarden om hoge kwaliteit producten en diensten te leveren voor redelijke prijzen. Of om in de woorden van Rotmans te spreken, de structuren moeten weer ten dienste komen van de mens.
Prof. dr. Arco van de Ven RA Hoogleraar Bestuurlijke Informatievoorziening aan de Tias School for Business and Society van de Universiteit Tilburg. Deze column verscheen eerder in het Controllersmagazine.