‘Het waarderen van overnames kan beter’
De waardering van overnames moet makkelijker en beter kunnen. Dat is de stellige overtuiging van Joy van der Veer, kerndocent corporate finance van Tias Business School. Van der Veer, die vorig jaar werd uitgeroepen tot ‘business valuator van het jaar’, doet onderzoek naar manieren om beter inzicht te krijgen in bedrijven, die aan de vooravond staan van een strategiewijziging of een overname.
Zijn boodschap aan financieel directeuren: denk strategisch. ‘Het gaat erom de geldstromen van een bedrijf zo groot mogelijk te maken. Vanuit de klassieke finance-theorie ligt de nadruk op het in de hand houden van systematische risico’s, maar strategie zou het belangrijkste onderwerp moeten zijn.
Wat ontwikkelen jullie precies?
Een methode om de waardering van een bedrijf in te schatten. Daarbij kijken we naar het toekomstige verdienmodel van een bedrijf en naar de bijbehorende toekomstige geldstromen en risico’s. Maar we proberen nadrukkelijk een brug te slaan tussen bedrijfskundig denken enerzijds en finance anderzijds. De bedrijfskundige kant houdt zich bezig met de strategie. Finance houdt zich vooral bezig met het verwachte rendement en de verwachte risico’s. De eerste groep denkt kwalitatief, de tweede kwantitatief.
De ceo en de cfo?
Precies. Als je een beter oordeel wilt krijgen over de toekomstige waardering van je bedrijf, moet je beide kanten bekijken. Dus de ceo bepaalt een stip op de horizon en bedenkt welke geldstromen en investeringen daar aan vast zitten. Vervolgens bepaalt de cfo welke risico’s daar aan vast hangen.
Wat is er nieuw aan jullie methode?
Het is gebaseerd op bestaande technieken, maar wij werken van onderop – bottom-up. Dat maakt het anders dan bijvoorbeeld het EVA-model (Economy Value Added), dat eind jaren tachtig werd ontwikkeld door consultancyfirma Stern Stewart & Co. Bij de EVA-benadering kijk je naar vergelijkbare ondernemingen om vast te stellen welke risico’s en rendementen passen bij het product of de dienst die je wilt gaan verkopen. Bij ons gaat het niet om vergelijkbaarheid. We blijven bij het benoemen en definiëren van de verwachte geldstromen en de risico’s die daarbij passen. Dus de kracht is dat de methode veel meer gerelateerd is aan de eigen onderneming.
Want vergelijkingen gaan vaak mank?
Hoe vergelijkbaar is vergelijkbaar? Als je een Nederlands bedrijf vergelijkt met een buitenlands bedrijf, dan worden het rendement en de risico’s van die laatste mede beïnvloed door zaken die in Nederland helemaal niet spelen. Ik sluit niet uit dat je, ook in onze methode, uiteindelijk toch een vergelijking maakt. Maar dat is geen onderdeel van de berekening zelf, meer een controle achteraf. Op deze manier krijg je veel meer discussie tussen strategisch georiënteerde managers en financieel georiënteerde managers. Dat is wat je wilt.
Het is toch niet nieuw dat je in kaart probeert te brengen wat de verwachte opbrengsten en risico’s zijn van nieuwe bedrijfsactiviteiten?
Nee, maar dit werkt met een veel nadrukkelijker prognose. Bij oudere methodes berekende je hoeveel geld je in het eerste jaar na een investering nodig had en hoeveel geld in het tweede jaar. Dit gaat verder. Hiermee zeg je: wat doen we als we in het eerste jaar een tegenvaller krijgen? Hebben we dan nog steeds genoeg geld om door te gaan? Dus wij gaan verder. De vraag is of cfo’s voldoende geëquipeerd zijn om de gevoeligheid van geldstromen in kaart te brengen.
Suggereert u dat dat nu niet zo is?
Vraag tien cfo’s en negen zullen zeggen: die techniek die ken ik, die pas ik dagelijks toe. Maar mijn inschatting is dat het er in werkelijkheid minder zijn. Ik denk dat er meer behoefte is om deze risico’s beter en betrouwbaarder in kaart te brengen. Uiteindelijk gaat het om een proces waarmee je waarde kunt toevoegen aan je onderneming. Want door de risico’s goed in kaart te brengen, kun je als bedrijf betere keuzes maken.
Wat is uw boodschap aan de cfo’s van Nederland?
Als je een bod wilt uitbrengen op een andere onderneming, breng dan de risico’s van die combinatie in kaart. Zorg ervoor dat je altijd een kwalitatieve beoordeling doet vanuit het formuleren van een gezamenlijk toekomstig businessmodel. Neem daarin ook de overname en de integratie van die onderneming in je eigen bedrijf mee en de geldstroomgevoeligheden.
Is daar wel tijd voor bij een overname?
Je moet er tijd voor maken. Want we hebben het hier over behoorlijke drempelinvesteringen. Of je nu bedrijfspand neerzet of een bedrijf koopt. Je moet de analyse maken.
Dit artikel van Jeroen Westerveld werd eerder gepubliceerd op FD.nl
Master of Business Valuation
Joy van der Veer is Project Director van de Executive Master of Business Valuation, de opleiding die u - als financial of management professional - de expertise geeft om de waarde van een onderneming te bepalen. Relevante theorie wordt aangevuld met bedrijfscases en de toepassing in de praktijk. Door Keuzegids Masters 2016 uitgeroepen tot topopleiding.
LEES MEER OVER DE TIAS MASTER OF BUSINESS VALUATION