Drie soorten macht
Er zijn drie soorten macht. Ik noem ze macht 1.0, macht 2.0 en macht 3.0, zoals softwareprogramma’s worden aangeduid.
De eerste versie is 1.0. Na enige tijd ontwikkelt zich de volgende versie, namelijk 2.0. Dat betekent niet dat de dynamiek van 1.0 daarmee verdwijnt. De versie krijgt een upgrade, waardoor deze meer up-to-date is. De onderliggende structuur van macht 1.0 blijft dus intact, maar door de toevoeging van 2.0 ontstaan er meer opties en worden nieuwe strategieën mogelijk. Macht 3.0 is weer de upgrade van macht 2.0 en daarmee de meest complete versie.
Macht 1.0 Het recht van de sterkste
Macht 1.0 is de meest primitieve vorm van machtsuitoefening. Hierbij gaat het om survival of the fittest, om in Darwins termen te spreken. Charles Darwin ontdekte dat de soort die zich het beste wist aan te passen aan de specifieke omstandigheden van zijn omgeving de hoogste kans had te overleven. In organisaties geldt hetzelfde. Afhankelijk van de organisatie kan het betekenen dat bijvoorbeeld gedrag dat duidt op bescheidenheid, loyaliteit, assertiviteit of creativiteit helpt om de meeste macht in de organisatie te verwerven. Soms komt macht 1.0 neer op wie de beste papieren heeft, het hardst vecht of ‘de grootste bek heeft’. Het gaat in alle gevallen om het gedrag dat het meest effectief is om succesvol macht uit te oefenen, om strategieën die zorgen voor wat we ook wel ‘het recht van de sterkste’ noemen.
Macht 1.0 is gedreven door de instincten die willen overleven en winnen. Dat zijn enkele van de sterkste krachten die er bestaan. Het meest direct is dat zichtbaar in de dierenwereld, maar zodra mensen in een bedreigende situatie verkeren, door het bijvoorbeeld enige tijd zonder eten of drinken te moeten stellen, kunnen ook wij tot ‘dierlijk’ gedrag vervallen. Onder normale omstandigheden is macht 1.0 instinct gedreven, maar zijn we hopelijk in staat met intelligentie het overlevingsinstinct z’n werk te laten doen. Daarom noemen we het ook wel
instinctual intelligence.
Macht 2.0 – Checks and balances
Macht 2.0 is de upgrade van macht 1.0. Ze is geen vervanging van macht 1.0, maar biedt een aanvulling en een verbreding van het repertoire. De aanvulling die macht 2.0 levert, is het vermogen om de manifestaties van macht 1.0 te kanaliseren en reguleren. Bij het kanaliseren van die energie zijn checks and balances leidend. Die term komt uit de Amerikaanse politiek. De checks spreken voor zich: daar worden controlemechanismen mee bedoeld om na te gaan of instanties of bestuurders zich aan gemaakte afspraken houden. Met balances worden mechanismen bedoeld waarmee de macht in evenwicht blijft. Het beoogde effect daarvan is dat de machtigen hun macht niet misbruiken, omdat de andere partij net zo machtig is en controle op de ene kan uitoefenen.
De checks and balances worden meestal ingevoerd als reactie op manifestaties van de schaduwzijden van macht 1.0. Er komen regels en afspraken om de balans te herstellen. De meeste organisaties kennen allerlei mechanismen die met macht 2.0 te maken hebben. Er zijn ondernemingsraden, regels en procedures die gevolgd moeten worden, er bestaan klachtencommissies, ethische codes enzovoort.
Ook op maatschappelijk niveau zijn er checks and balances in de vorm van rechtspraak, politie en tal van inspectiediensten die ons in het gareel proberen te houden. De snelheidscontroles op de weg zijn een voorbeeld van macht 2.0. Macht 2.0 is het antwoord op de destructieve werking die macht 1.0 kan hebben. Afhankelijk van het tijdsgewricht waarin we leven wordt er gepleit voor juist meer of minder macht 2.0. Naar aanleiding van de financiële crisis, die in 2008 begon bij het omvallen van de Amerikaanse bank Lehman Brothers, raakte de wereldeconomie in een vrije val en ontstond de roep om meer macht 2.0. Er moesten meer regels komen ter controle en inspectie van de financiële wereld en het systeem van bonussen en andere verdienmodellen moest aan banden worden gelegd.
In andere tijden ontstaat juist een roep om minder macht 2.0. Een voorbeeld is overheidsbeleid dat is gericht op deregulering, zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw het geval was. Een ander voorbeeld is het streven om regelgeving voor ondernemers te vereenvoudigen. In principe zijn regelgeving en controle zinnige mechanismen omdat ze excessen en machtsmisbruik helpen te vermijden, tegelijkertijd kosten ze veel geld en kunnen ze creativiteit afremmen en nieuwe initiatieven tegenwerken.
De positieve kant van macht 2.0 is dat het instrumenten biedt om mogelijke uitwassen van macht 1.0 binnen de perken te houden. Het helpt ons te reguleren en brengt orde en overzicht. Wanneer sprake is van vervorming van macht 2.0, dan wordt regelgeving gebruikt als doel op zich om macht uit te oefenen. Als we zeggen dat iets bureaucratisch is, gaat het meestal om de vervorming van macht 2.0.
Macht 3.0 – De integriteit van de macht
De aanvulling die de upgrade naar macht 3.0 levert, noem ik de integriteit van de macht. Het draait hierbij om de capaciteit van mensen om macht uit te oefenen. Daarbij staat niet het eigen overleven centraal, maar de wens om waarde toe te voegen. Dat betekent niet dat macht 1.0 niet meer aan de orde is, of dat de upgrade van macht 2.0 overbodig is. Afhankelijk van de situatie zal de instinctieve daadkracht van macht 1.0 of de controlerende capaciteiten van macht 2.0 van belang blijven. Bij macht 3.0 is er alleen een extra capaciteit bijgekomen en dat is het vermogen om op een dienende manier te creëren en verbinden. Het is de kunst het juiste soort machtsuitoefening in iedere situatie te vinden.
Daar waar macht 1.0 instinctief is en macht 2.0 regulerend en kanaliserend werkt, is macht 3.0 creërend. Macht wordt gebruikt als bron voor het creëren van nieuwe mogelijkheden en kansen en wordt niet afgebakend door van buitenaf opgelegde normen, maar vooral gestuurd door innerlijke waarden die de balans in stand houden of groei bevorderen. Het gaat om het vermogen om alle perspectieven in te kunnen nemen en alle belangen mee te laten wegen. Bij het uitvoeren van de macht staat de leider voor ogen het grotere geheel te dienen. Om daartoe in staat te zijn, is het van belang dat de leider zichzelf heeft leren kennen en vanuit zelfkennis kan handelen. Dat betekent dat hij onderscheid kan maken tussen de verstrikkingen van het ego en de feitelijkheid van de situatie.
In het hedendaags denken over leiderschap zien we veel elementen van de upgrade naar macht 3.0 terug. Leiders worden aangemoedigd om naast vechten – macht 1.0 – en naast het ordentelijk managen – macht 2.0 – vooral te belichamen waar ze voor staan en vertrouwen aan hun medewerkers te geven: een uiting van macht 3.0.
Oscar David is docent van het TIAS Senior Executive Program, het programma voor ambitieuze senior professionals. In zijn boek Macht! van instinct tot integriteit beschrijft hij de werking en dynamiek van macht.
Wilt u groeien als inspirerend leider?