Proefschrift: Toegepaste klinimetrie op de IC
15 januari 2018 | 1 min lezen
Op 12 januari heeft Saskia Rijkenberg haar proefschrift over de beoordeling van de klinimetrische eigenschappen van een aantal meetinstrumenten op de IC verdedigd. Rijkenberg is verpleegkundige en researchcoördinator Intensive Care (IC) van het OLVG te Amsterdam.
In het eerste deel van het proefschrift wordt de validiteit en betrouwbaarheid onderzocht van twee pijnobservatieschalen voor mechanisch beademde IC-patiënten die niet kunnen communiceren: de Behavioral Pain Scale (BPS) en de Critical-Care Pain Observation Tool (CPOT). De CPOT had betere klinimetrische eigenschappen dan de BPS. Daarom is deze pijnobservatieschaal vertaald in het Nederlands (CPOT-NL) en in een gemengde IC-populatie (algemene IC-patiënten en patiënten na cardio(thoracale)chirurgie) onderzocht op validiteit, betrouwbaarheid en het afkappunt voor pijn. De klinimetrische eigenschappen van de CPOT-NL bleken teleurstellend. Helaas is er momenteel geen alternatief instrument beschikbaar en afzien van pijnmetingen bij deze kwetsbare populatie is ook geen optie. Het is daarom noodzakelijk dat verpleegkundigen, naast het frequent gebruik van de CPOT, ook letten op andere signalen die op pijn kunnen wijzen.
Continu meten QT-tijd
QT-tijd is een periode in het geleidingssysteem van het hart. Een lange QT-tijd is geassocieerd met hartritmestoornissen. IC-patiënten hebben door de ernst van hun ziekte en de behandeling met QT-verlengende medicatie een verhoogde kans op het krijgen van een verlengde QT-tijd. Dit kan aanleiding geven tot een Torsade de Pointes, een zeer ernstige ventriculaire tachycardie. Sinds 2008 beschikken de bewakingsmonitoren over nieuwe software, die naast het hartritme ook continu de QT-tijd kunnen meten. Uit dit proefschrift blijkt dat een verlenging van de QT-tijd bij IC-patiënten mogelijk veel vaker voorkomt dan eerder onderzoek heeft aangetoond. De continue QT- tijd liet systematisch een iets langere QT-tijd zien ten opzichte van de gouden standaard (handmatige beoordeling van het ECG) bij patiënten met een normale QRS-breedte. Dit suggereert dat de kans op het missen van een verlengde QT-tijd met de nieuwe software klein is. Het continu meten van de QT-tijd lijkt daarom een waardevolle aanvulling op de monitoring (of hemodynamische bewaking) van de IC-patiënt.
Continue subcutane glucosemeter
In het derde deel van het proefschrift wordt de accuratesse, effectiviteit en veiligheid van een continue subcutane glucosemeter (CGM) bij IC-patiënten onderzocht. Stresshyperglycemie komt, ongeacht de aanwezigheid van diabetes, bij meer dan 90% van de IC-patiënten voor. Zowel dit proefschrift als andere wetenschappelijke studies hebben de potentiële voordelen van de CGM, zoals verbetering van de glucoseregulatie en vermindering van de variabiliteit van de glucosewaarden, nog niet kunnen aantonen. Ook voldeed de accuratesse van het onderzochte CGM-apparaat niet aan de gestelde normen voor dagelijks gebruik op de IC. Ondanks de huidige tekortkomingen, lijkt CGM een veelbelovende techniek.
Proefschrift: Applied clinimetrics in critical care
Promotoren: prof. dr. P.H.J. van der Voort en prof. dr. B.J.M. van der Meer, TIAS School for Business & Society
Executive Master of Health Administration
De TIAS Executive Master of Health Administration behandelt actuele thema's in de zorg en voorziet deelnemers van de juiste kennis en vaardigheden om hier strategisch op in te spelen. Met twaalf maanden college ontwikkelt u zich tot modern zorgmanager en strateeg.
LEER MEER OVER DEZE OPLEIDING