‘Coöperatieve banken vergroten stabiliteit financieel systeem’
2 maart 2015 | 2 min lezen
Het is de zorg van de coöperatieve banken overal in Europa: hoe kijkt de Europese Centrale Bank tegen ons aan? Mogen we ons bijzondere karakter in stand houden?
Beeld: © Nationale Beeldbank
De banken vrezen dat de ECB, sinds november vorig jaar de bankentoezichthouder in de eurozone, naar harmonisatie in hun sector streeft. Eenduidigheid en gelijke regels maken toezicht houden immers gemakkelijker. En coöperaties hebben, met leden die niet per se bankiers zijn, een andere manier van besluitvorming dan beursgenoteerde banken.
Voor Hans Groeneveld is het antwoord duidelijk. In de oratie die hij vrijdag als hoogleraar coöperatieve financiële dienstverlening uitsprak bij TIAS School for Business and Society in Tilburg, breekt de adjunct-directeur strategie en governance van Rabobank een lans voor coöperatieve banken. ‘Het zou verstandig zijn om de diversiteit in het Europese bankensysteem te bewaren.’
Niet verwonderlijk dat u tot dit pleidooi komt. U werkt immers bij Rabobank.
‘Dat is zo. Maar als hoogleraar moet ik objectief te werk gaan. Ik kom tot conclusies op basis van feiten.’
U heeft onderzoek gedaan naar coöperatieve banken. Wat zijn uw belangrijkste conclusies?
‘Dat coöperatieve banken het financiële systeem stabieler maken. Dit type bank is een heel ander beestje dan beursgenoteerde banken. Natuurlijk kunnen ook coöperatieve banken falen, maar uit mijn onderzoek blijkt duidelijk dat zij over het geheel genomen goed zijn voor het financiële systeem.’
Wat is dan uw advies aan de ECB?
‘Coöperatieve banken hoeven geen speciale behandeling. Maar het zou goed zijn als de ECB wel rekening zou houden met het bijzondere karakter van coöperatieve banken. Ik begrijp wel dat de ECB streeft naar harmonisering. Zij wil graag dat de besluitvorming bij banken snel kan plaatsvinden. Maar ik zeg tegelijkertijd: wees voorzichtig. Nogmaals, met coöperatieve banken is het systeem stabieler.’
Welke gevaren liggen er nog meer op de loer?
‘Dat de eisen zo worden opgeschroefd dat de bijzondere manier van aan- en besturen, dus de governance, niet gehandhaafd kan blijven. Dat geldt vooral bij kleine coöperatieve instellingen in Italië, Duitsland en Oostenrijk. Als zo’n bank vijftig medewerkers heeft, dan zijn twee of drie mensen voor compliance (controle op naleving van regels, red) heel veel. Bij Rabobank speelt dat niet. Maar ik denk dat er wat governance betreft een zekere vrijheid moet zijn, zodat de kracht van de coöperatie blijft bestaan. Als het onder de streep maar goed is.’
Waaruit blijkt de kracht van de coöperatie?
‘In tijden van recessie of crisis blijkt dat coöperatieve banken de kredietverlening minder terugschroeven dan beursgenoteerde banken. In 2012 groeide de kredietverlening door coöperatieve banken in Europa gemiddeld met 1,3%. De bankensector als geheel bracht de kredietportefeuille echter terug met 1,1%. In 2013 was het verschil nog groter: bij coöperatieve banken was gemiddeld sprake van een lichte daling van 0,2%, en de bankensector als geheel zag een teruggang van 4,1%.’
‘De zogenoemde Z-score, een graadmeter voor stabiliteit, toont ook aan dat de coöperatieve financiële sector een hogere stabiliteit heeft dan de bankensector als geheel. In de crisisjaren 2008, 2009 en 2010 nam het verschil flink toe ten gunste van de coöperatieve banken.’
Maar daar staat tegenover dat de rendementen veel lager zijn. Dat blijkt toch ook uit de resultaten van Rabobank?
‘Op de Rabobank ga ik in dit kader niet in. Maar uw redering klopt in het algemeen niet. In goede tijden ligt het gemiddelde rendement op het eigen vermogen van coöperatieve banken lager dan bij beursgenoteerde banken. Maar in slechte tijden ligt het rendement juist hoger. Ook hier dus weer die dempende werking.’
Kent u voorbeelden die de kracht van het coöperatieve model aantonen?
‘Neem Engeland. In dat land zijn in de jaren 80 en 90 veel “building societies”, dus coöperatieve hypotheekbanken, naar de beurs gegaan. Daarvan staat er na de crisis geen enkele meer op eigen benen. Sommige zijn verdwenen, andere opgegaan in een groter geheel. Ze vielen ten prooi aan het aandeelhoudersdenken. De building societies die hun eigen karakter hebben bewaard, bestaan echter allemaal nog.’
Ziet u een revival van de coöperatie?
‘In Engeland wordt er nagedacht om de postkantorenorganisatie weer als coöperatie op te zetten. En het is tegenwoordig wettelijk veel moeilijker gemaakt om de overgebleven building societies naar de beurs te brengen. Ik bespeur een gevoel dat een coöperatie een betere organisatievorm is dan een eigenaarloze onderneming. Dat is toch vak het geval bij beursgenoteerde bedrijven.’
Dit artikel is verschenen in Het Financieele Dagblad van 16 februari 2015 en is met toestemming doorgeplaatst. Auteursrecht is voorbehouden aan Het Financieele Dagblad.